Sinds Niko de Wit (Bergen op Zoom 1948) in 1975 de academie verliet, heeft hij meer dan vijfhonderd beelden vervaardigd. Ruim vijfentwintig daarvan bevinden zich, op diverse plaatsen in Nederland, in de openbare ruimte. Naast deze werken maakte hij ook portretten en penningen in brons. De Wit geniet echter de meeste bekendheid vanwege zijn autonome en monumentale werken, waarin hij zich het sterkst weet uit te drukken. In dit boek krijgen deze beelden daarom de meeste aandacht. Ingrid Luycks schetst in haar biografische inleiding de wording van dit oeuvre: de jeugd- en academiejaren van Niko de Wit, zijn inspiratiebronnen en de ontwikkeling tot de gerijpte kunstenaar die hij nu is. Marie-Colette van Spaendonck benadert het werk van Niko de Wit vanuit een meer filosofische invalshoek. Kortom, de lezer wacht een boeiende verkenning van het leven en werk van een eigenzinnig beeldhouwer.
auteurs: ingrid luycks, marie-colette van spaendonck, peter thoben
samenstelling: niko de wit
redactie: karel soudijn
eindredactie inleiding: paul de wit
grafisch ontwerp: jac de kok
druk: die keure, brugge (b)
bindwijze: genaaid, gebrocheerd
binnenwerk: 150 grams, gardapat, offset, full color
omslag: 8 pagina's, softcover, 250 grams, invercote, full color
formaat: 225 x 225 mm
aantal pagina’s: 252
oplage: 1000
uitgever: tab timmer art books, oosterhout, 2009
isbn 978 90 810139 6 3